- Werving & Selectie
- Over Werkgevers Servicepunt Holland Rijnland
- Type kandidaten
- Regelingen en Subsidies
- Banenafspraak
Dat kan door hier te klikken of door telefonisch contact op te nemen via: 085-4000029
Nee, onze dienstverlening van het is geheel kosteloos!
Dat verschilt per keer. De ene vacature wordt sneller opgevuld dan de andere, dit ligt geheel aan de beschikbare kandidaten en de vacature.
Dat laten we u graag zien in deze animatie!
Werkegevers Servicepunt Holland Rijnland is een samenwerking van:
Alphen aan den Rijn
Hillegom
Kaag en Braassem
Katwijk
Leiden
Leiderdorp
Lisse
Nieuwkoop
Noordwijk
Noordwijkerhout
Oegstgeest
Teylingen
Zoeterwoude
Een zeer diverse groep! Van statushouders tot hoog opgeleide en mensen met een arbeidsbeperking.
Soms is het nodig dat een werkplek wordt aangepast aan de mogelijkheden van de nieuwe werknemer. Denk aan een aangepaste bureaustoel, een traplift, maar ook aan een rolstoeltaxi, een tolk Nederlandse Gebarentaal. Het Werkegevers Servicepunt kan dit voor u regelen.
Sommige medewerkers met een arbeidsbeperking hebben extra begeleiding nodig. Zij kunnen een jobcoach krijgen. De jobcoach ondersteunt de medewerker bij het inwerken en bij het wennen aan nieuwe collega’s, routines en werkzaamheden. Ook adviseert de jobcoach u bij het omgaan met de beperking van uw nieuwe medewerker.
De noodzakelijkheid, duur en intensiteit van de inzet van een jobcoach worden altijd in overleg met de werkgever, werknemer en het WSP bepaald.
Een no-riskpolis biedt dekking tegen het risico van loondoorbetaling bij ziekte. Normaal gesproken moet een werkgever bij ziekte loon doorbetalen. Maar voor een werknemer met no-riskdekking die ziek wordt ontvangt de werkgever een Ziektewet-uitkering van het UWV. Die compenseert de loonkosten voor de werkgever bij ziekte. De no-riskpolis geldt voor de doelgroep van de banenafspraak.
U wilt een kandidaat via het WSP aannemen, maar eerst wilt u meer zekerheid of de persoon goed zal functioneren. Hiervoor is een proefplaatsing mogelijk: de kandidaat werkt dan kosteloos bij u op proef, met behoud van uitkering. De proefplaatsing duurt maximaal 2 maanden, afhankelijk van de achtergrond van de kandidaat. De periode van de proefplaatsing vervangt de proeftijd aan het begin van een dienstverband.
Voor werknemers met een arbeidsbeperking en een Wajong-uitkering geldt een speciale regeling: loondispensatie. Kan een werknemer met een Wajong-uitkering door zijn ziekte of handicap minder aan dan andere werknemers? Dan mag u tijdelijk minder loon betalen aan deze werknemer.
UWV vult het loon van de Wajonger dan aan tot maximaal het bedrag dat hij ontving voordat hij bij u ging werken. De loondispensatie kan een half jaar tot 5 jaar duren. Verlenging is mogelijk, maar het is de bedoeling dat de werknemer hetzelfde gaat verdienen als andere werknemers.
Loonkostensubsidie is bedoeld voor werkgevers die iemand met een ziekte of handicap in dienst nemen. Deze werknemer ontvangt een uitkering in het kader van de Participatiewet. Werkgevers Servicepunt Holland Rijnland helpt bij het krijgen van loonkostensubsidie als de werknemerminder dan het minimumloon kan verdienen. De loonkostensubsidie vergoedt het verschil tussen loonwaarde en minimumloon. Loonkostensubsidie is bedoeld voor werknemers die vallen onder de doelgroep van de banenafspraak.
Zeker. Als u een werkzoekende in dienst neemt, zijn er diverse subsidies en premiekortingen mogelijk. Het gaat meestal om subsidies die u kunt aanvragen als u een werkzoekende met een uitkering aanneemt. Maar bij leerwerktrajecten is dit niet vereist.
- In het sociaal akkoord is afgesproken dat de leden van de Werkkamer, VNG en sociale partners, de afspraken uit het akkoord nader uitwerken. Een van de afspraken die VNG en sociale partners hebben gemaakt is dat UWV de beoordeling voor de doelgroep van de banenafspraak gaat doen. De gemeente selecteert de mensen voor wie zij loonkostensubsidie wil inzetten.
- Mensen kunnen hier ook zelf bij de gemeente om vragen.
- De verwachting is dat de gemeente in dergelijke gevallen ook wil weten of iemand tot de doelgroep van de banenafspraak behoort.
- Of iemand tot de doelgroep van de banenafspraak behoort, beoordeelt UWV. Beoordelingscriterium is dat het om mensen met een arbeidsbeperking gaat die onder de Participatiewet vallen en die niet het WML kunnen verdienen.
- De gemeente bepaalt vervolgens of, en zo ja, welke ondersteuning iemand verder nodig heeft
Voor een goede werking van de banenafspraak, de monitoring daarvan en voor de quotumheffing is een duidelijke vaststelling nodig van de sector markt en de sector overheid. Er is gekozen voor de ufo-indeling op grond van de Wfsv van overheidswerkgevers waarop het Uitvoeringsfonds overheid (Ufo) van toepassing is. Voor deze overheidswerkgevers geldt dat zij eigenrisicodrager zijn voor werkloosheid en dat zij zijn aangesloten bij het ABP. Werkgevers voor wie dit niet geldt behoren tot de markt.
In 2014 is er een nulmeting, die als peildatum 1 januari 2013 heeft. Het aantal banen wordt jaarlijks gemonitord. Het eerste beoordelingsmoment vindt in 2016 plaats en gaat over het jaar 2015. Bij de beoordeling gaat het om het aantal extra gerealiseerde garantiebanen ten opzichte van de peildatum 1 januari 2013. UWV gaat bijhouden hoeveel extra banen er voor de doelgroep zijn gekomen. UWV krijgt deze informatie door het doelgroepregister te koppelen aan de polisadministratie.
Als één baan wordt geteld het aantal verloonde uren dat personen uit de doelgroep gemiddeld werkt. Dit betekent op basis van de gegevens die er nu zijn dat het om een baan van 25 uur per week gaat. Kleinere banen tellen naar evenredigheid van het aantal verloonde uren mee. Het kan dus gaan om meer arbeidscontracten dan (getelde) banen. Als uit de nulmeting blijkt dat het gemiddelde aantal gewerkte uren (van iemand uit de doelgroep) substantieel afwijkt van de gehanteerde 25 uur, dan kan de omvang van 25 uur nog wijzigen.
Mensen uit de doelgroep tellen mee voor de banenafspraak en het quotum zolang zij aan de doelgroepcriteria voldoen. Mocht dit niet langer het geval zijn omdat de persoon bijvoorbeeld zijn Wajong of Wsw-status verliest of onder de Participatiewet valt en meer dan WML gaat verdienendan blijft deze persoon nog twee jaar na zijn verlies van zijn/haar doelgroepstatus meetellen. Dit zorgt ervoor dat werkgevers medewerkers nog twee jaar mee kunnen tellen nadat zij niet meer aan de doelgroepcriteria voldoen.
De banenafspraak is een macro-afspraak; er wordt naar de landelijke voortgang gekeken. Dit biedt werkgevers de flexibiliteit om de banen op de meest effectieve manier te realiseren. Met die uitwerking zijn ze nu aan de slag.
In overleg met betrokken partijen is een oplossing gevonden om inleenconstructies (uitzendingen en detacheringen) mee te tellen bij de inlenende werkgever. In de toelichting van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (Quotumwet), die dinsdag 1 juli naar de Tweede Kamer is verstuurd, is al een beschrijving van de voorgestelde oplossing toegevoegd. De voorgestelde oplossing heeft twee fases. Tijdens de periode van de banenafspraak is een minder fijnmazig systeem, en daarom zonder additionele administratieve lasten, mogelijk omdat alleen van belang is tot welke sector de inlenende werkgever behoort. Indien het quotum geactiveerd wordt is een oplossing op het niveau van de individuele werkgever noodzakelijk. Deze oplossing ligt er in hoofdlijnen. Met partijen is afgesproken deze oplossing verder uit te werken zodat hij operationeel kan zijn wanneer het quotum onverhoopt geactiveerd wordt (quotum gaat op zijn vroegst in 2017 in).
Voor de oplossing tijdens de banenafspraak is een oplossing op het niveau van de individuele werkgever niet noodzakelijk en is een oplossing op macroniveau (sector markt en overheid) voldoende. Afgesproken is dat uitgeleende Wajongers, Wsw-detacheringen en (in de toekomst) ook de Participatiewetdoelgroep door UWV niet worden meegeteld bij hun formele werkgever (de uitlenende werkgever) en dus ook niet bij de sector waartoe deze werkgever behoort. Door een jaarlijks vast te stellen verdeelsleutel worden deze uitgeleende doelgroepers weer verdeeld over beide sectoren. Deze verdeelsleutel wordt vastgesteld middels aanvullend onderzoek onder de uitgeleende doelgroepers. Dit onderzoek wordt aanbesteed. De correctie om uitgeleende doelgroepers mee te tellen bij de inlenende werkgever vindt plaats bij de nulmeting en tijdens de jaarlijkse monitoring van de banenafspraak.
Garantiebanen zijn de 100.000 banen in het bedrijfsleven en 25.000 banen bij de (Rijks)overheid die beiden partijen in de periode tussen 2015 en 2025 willen creëren.
UWV zorgt voor een doelgroepregister waarin de mensen komen te staan die tot de doelgroep voor de extra banen behoren. Gemeenten en UWV informeren de mensen als zij in het register komen te staan. Gemeenten en UWV kunnen dit register raadplegen en de mensen via de regionale Werkbedrijven bemiddelen op de extra banen. Ook de werkgevers kunnen het UWV vragen of (potentiële) werknemers tot de doelgroep behoren Vanuit dataminimalisatie-en privacyoverwegingen bevat het register een beperkt aantal gegevens: BSN-nummer, uitkeringsachtergrond en de geldigheidsduur (begindatum en indien bekend de einddatum) van de registratie.
In het kader van de Participatiewet en Garantiebanen is WERKEN IN HR namens de regio Holland Rijnland aanspreekpunt voor personeelsvraagstukken voor werkgevers. WERKEN IN HR beschikt over de kennis en ervaring om werknemers met een arbeidsbeperking binnen uw bedrijf te plaatsen en goed te laten functioneren.
In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben het kabinet en werkgevers afgesproken dat ze extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In totaal gaat het om 125.000 extra zogeheten garantiebanen die in 2026 gerealiseerd moeten zijn; 100.000 in de marktsector en 25.000 bij de overheid.
De participatiewet is bedoeld om werkgevers te stimuleren meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
De Participatiewet en Quotumwet schrijven voor dat bedrijven met meer dan 25 medewerkers de komende jaren minstens 125 duizend banen moeten creëren voor arbeidsbeperkten.
- Mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen Wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen;
- Mensen met een Wsw-indicatie;
- Wajongers met arbeidsvermogen.
- Mensen met een Wiw-baan of ID-baan.
Gemeenten en sociale partners hebben afgesproken dat mensen met een Wsw-indicatie op de wachtlijst (deel van groep 2) en Wajongers (groep 3) de eerste jaren prioriteit hebben voor de plaatsing op de banen. Mensen uit de doelgroep tellen mee voor de banenafspraak (en het quotum) op het moment dat reguliere werkgevers ze in dienst nemen. Ook ingeleende arbeidskrachten uit de doelgroep tellen mee. Daarover zijn afspraken gemaakt. Zie de vraag over detacheringen.
UWV krijgt een rol in het beoordelen of iemand tot de doelgroep voor de extra banen behoort. De gemeenten kunnen iemand langs het UWV sturen voor een doelgroepbeoordeling. Het UWV beoordeelt op basis van een wettelijk kader met beoordelingscriteria. Het gaat daarbij primair om een arbeidskundige beoordeling, waarbij medische, gedrags- en sociale aspecten worden betrokken waar relevant. Mensen uit de Wsw, Wajong of met een Wiw/ID-baan behoren op basis van hun Wsw,Wajong of Wiw/ID status tot de doelgroep.
Deze wet legt de banenafspraak uit het sociaal akkoord wettelijk vast en regelt hoe het aantal gerealiseerde extra banen wordt gemeten. Als stok achter de deur bevat de wet een uitgewerkte quotumregeling. Met deze quotumregeling krijgen werkgevers met 25 medewerkers of meer de verplichting om een bepaald percentage mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Indien werkgevers daar niet aan voldoen, betalen zij een heffing voor niet vervulde plekken. Het quotum wordt pas geactiveerd als werkgevers de aantallen banen uit de banenafspraak niet realiseren. Dit gebeurt na overleg met gemeenten en sociale partners.
Staat uw vraag er niet tussen?
Lat het ons weten via het formulier hieronder. Wij sturen u dan het antwoord én nemen de vraag op in onze veelgestelde vragen pagina hierboven.